Den Haag, 9 januari 2020
TBS-deskundige Yvonne van der Hut bespreekt de Wet forensische zorg
Mensen die niet willen dat hun medisch dossier deel van het strafproces gaat uitmaken kunnen hun arts, al dan niet psychiater of psycholoog verzoeken gegevens uit het dossier te verwijderen. Met die opmerking sluit strafrechtadvocaat Yvonne van der Hut haar column in januari 2020 af voor het tijdschrift Timeys. In deze eerste column van het nieuwe jaar bespreekt tbs-deskundige Van der Hut nieuwe wetsbepalingen die grote invloed hebben op de tbs- en strafrechtpraktijk. De Wet forensische zorg en een aantal andere bepalingen gingen op 1 januari van dit jaar in.
Zorgmachtiging
Tot 2020 kon de strafrechter een verdachte die tijdens het delict volledig ontoerekeningsvatbaar was de maatregel opleggen tot plaatsing in een psychiatrische kliniek. Dat kan nu niet meer. Daarvoor in de plaats is de zorgmachtiging gekomen. De mogelijkheden voor de rechter in een strafzaak om dit te doen zijn veel ruimer dat de oude maatregel tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis. Een van de verschillen is dat een verdachte niet meer volledig ontoerekeningsvatbaar hoeft te zijn. Belangrijk is dat de zorgmachtiging meteen kan worden ten uitvoer gelegd. Ook dus als hoger beroep wordt ingesteld.
TBS-verlenging
Tot dit jaar moest de tbs-verlengingsrechter in sommige gevallen eerst via een andere rechter een rechterlijke machtiging verkrijgen voordat de tbs kon worden beëindigd. Sinds dit jaar kan de rechter die over de tbs-verlenging beslist ook zelf bepalen dat iemand aansluitend op de tbs in de reguliere psychiatrie wordt opgenomen.
Opschonen medisch dossier
Een andere wijziging is dat sinds 1 januari 2020 de officier van justitie een speciale commissie om advies kan vragen als een verdachte weigert mee te werken aan onderzoek van een psycholoog en psychiater. De vraag is dan of er een medisch dossier aanwezig is en of dat bruikbaar is in de strafzaak. Hierbij gaat het om de vraag of er sprake is van een stoornis bij de verdachte. De commissie kan dan bij artsen en gedragsdeskundigen gegevens opvragen. Deze professionals zijn in principe verplicht informatie aan de commissie te geven. Hierdoor is er sprake van doorbreking van het medisch beroepsgeheim. Als de officier van justitie een machtiging weet te krijgen van de penitentiaire kamer van het gerechtshof te Arnhem kan de verkregen informatie vervolgens worden gebruikt om een gedragskundige rapportage op te stellen over de verdachte. Als iemand dat allemaal wil voorkomen kan dus worden verzocht het medisch dossier te laten opschonen.
Bron: Timeys