Den Haag, 15 november 2022
Geen moord maar doodslag
De eis van de officier van justitie in de zaak rond het overlijden van Esmee Kortekaas noemde strafrechtadvocaat Job Knoester niet proportioneel. Op 14 november 2022 behandelde de rechtbank Den Haag de strafzaak tegen de man die ervan wordt verdacht in december 2021 Esmee door verwurging om het leven te hebben gebracht. Zowel het OM, als de verdediging kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van moord, maar doodslag. De verdachte wordt ook ontucht en het bezit van kinderporno verweten.
Lange gevangenisstraf in combinatie met tbs onverstandig
De officier van justitie vroeg de rechtbank een gevangenisstraf van 14 jaar en tbs op te leggen. Daarnaast vond het OM een beroepsverbod op zijn plaats voor de verdachte die werkzaam was als leraar en fitnesscoach. Tbs-expert Job Knoester voerde aan dat het heel onverstandig is iemand een lange gevangenisstraf te laten ondergaan als wordt gezegd dat er sprake is van een stoornis die behandeling noodzakelijk maakt om herhaling van nieuwe delicte te voorkomen. De benodigde behandeling zo lang uitstellen vergeleek de strafpleiter met de situatie dat tegen iemand met een hartaanval wordt gezegd dat hij eerst de marathon moet lopen, voordat hij geopereerd mag worden.
Verminderd toerekeningsvatbaar
Bovendien duurt een gemiddelde tbs-behandeling erg lang. Hierdoor kan ook in het ondergaan van tbs de noodzakelijke vergelding worden gevonden volgens de strafrechtadvocaat. Hij vond zelfs de helft van de eis van de officier van Justitie te veel van het goede. De verdediging wees op een reeks recente uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven waarbij de combinatie van vijf jaar gevangenisstraf en tbs werd opgelegd voor doodslag in gevallen waarbij de verdachte de daden in verminderde mate kon worden aangerekend. Dat laatste is volgens het Pieter Baan Centrum ook het geval ten aanzien van de verdachte die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van Esmee.
Voorkoming recidive belangrijker dan vergelding
De officier van justitie vond een kortere gevangenisstraf dan was geëist niet aan de samenleving uit te leggen. Daar dacht strafrechtadvocaat Knoester anders over. Volgens hem gaat het ook bij ernstige delicten niet alleen om vergelding, maar ook om de vraag hoe de veiligheid van de samenleving het beste wordt gediend. Volgens de raadsman is dat het geval als mensen die voor ernstige misdrijven worden veroordeeld terwijl die zijn gepleegd onder invloed van psychische problematiek zo snel mogelijk worden behandeld.
Geen beroepsverbod
Strafrechtadvocaat Christiaan Kwint was verbaasd over de vordering tot het beroepsverbod. Hij wees erop dat de ontucht niet was gepleegd tijdens de uitoefening van een beroep en vroeg de rechtbank geen beroepsverbod op te leggen.
Uitspraak
De uitspraak volgt op 28 november 2022.
Bron: Omroep West