Den Haag, 13 januari 2020
Rechtbank wijst observatie in het Pieter Baan Centrum af
De Haagse verdachte die op 29 september 2019 zijn vrouw om het leven bracht hoeft niet naar het Pieter Baan Centrum. Dat besliste de rechtbank te Den Haag op 13 januari 2020. De officier van justitie vroeg de rechter de verdachte te laten opnemen ter observatie om te onderzoeken of er sprake is van een geestelijke stoornis. Strafrechtadvocaat Job Knoester verzette zich hiertegen. De rechtbank oordeelde dat verzoek om observatieplaatsing vooral was gebaseerd op de ernst van het delict maar dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de man te kampen had met een stoornis.
Strafrechtadvocaten: geen voorbedachte rade
Strafrechtadvocaten Job Knoester en Wendy Alberts stellen dat de verdachte heeft gehandeld vanuit een opwelling en niet met voorbedachten rade. Zij vroegen de rechtbank om extra tijd zodat het dossier goed kan worden bestudeerd. Dat kregen de strafrechtadvocaten. Binnen twee weken kunnen zij bij de onderzoeksrechter kenbaar maken of nader onderzoek – zoals het horen van getuigen – nodig is.
Verdachte bekent levensdelict
De verdachte heeft tijdens een van zijn eerste verhoren toegegeven zijn vrouw om het leven te hebben gebracht. Het stel had al wat langer problemen. De man nam na zijn daad de benen maar werd enkele dagen later opgepakt. Binnen drie maanden gaat de zaak verder bij de rechtbank te Den Haag.
Bronnen: