
Den Haag, 13 mei 2021
Voorarrest duurt voort
De drempel om de man die verdacht wordt van betrokkenheid bij de dood van Els Slurink in 1997 in voorarrest houden wordt ondanks het betoog van strafrechtadvocaat Job Knoester wel gehaald. De vraag of er ook voldoende bewijs is voor een veroordeling is een andere vraag. Die zal op een later moment worden beantwoord. Dat bepaalde de Zwolse rechtbank op 12 mei 2021.
DNA geen bewijs voor betrokkenheid bij de dood van Els Slurink
Els Slurink werd in maart 1997 levenloos in haar woning in Groningen gevonden. In februari 2021 werd een verdachte in deze cold case zaak gearresteerd. Op dat moment was er al ruim een jaar een DNA-match. Dat was voor de recherche aanleiding grootschalig onderzoek te starten. Strafrechtadvocaat Job Knoester noemde het langdurig verrichtte onderzoek na de DNA-match begrijpelijk. Hij voerde aan dat het aangetroffen DNA geen bewijs is voor betrokkenheid bij de dood van Els Slurink. Volgens Knoester is het DNA geen daderspoor.
Ontlastend bewijs
Onder een nagel van de rechterhand van het slachtoffer is DNA gevonden dat wordt gelinkt aan de verdachte. Strafpleiter Knoester wees de rechtbank erop dat er ook onder een nagel van de linkerhand DNA is gevonden dat niet bij de verdachte past. Bovendien zijn er meer dan honderd vingerafdrukken gevonden, terwijl er niet een van de verdachte is. De raadsman noemde dit ontlastende zaken voor de verdachte.
Op een later moment onderzoekswensen
Advocaat Job Knoester had kort voor de eerste zitting bij de rechtbank de zaak overgenomen van een andere advocaat. Hierdoor was hij nog niet in staat onderzoekswensen te formuleren. Daar had de rechtbank begrip voor. De advocaat liet weten op een later moment verzoeken voor nader onderzoek te willen indienen. Deze zullen in ieder geval ook op het aangetroffen DNA-spoor zien. Het betreft niet een eenvoudig spoor, maar een zogenaamd mengspoor. Dat betekent dat er van meerdere personen DNA in het bewuste spoor zit. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat dit in ieder geval het slachtoffer en de verdachte betreffen.
Inhoudelijke behandeling
De rechtbank hoopt de zaak in december 2021 inhoudelijk te kunnen behandelen.
Bronnen:
RTV Noord I; en